Alles over basis-GGZ en praktijkondersteuner GGZ

4 juli 2017

De verschuiving van patiënten van gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg naar lichtere GGZ dichtbij huis moet bijdragen aan een betaalbare GGZ, kwalitatief hoogwaardig en voor iedereen toegankelijk. Dat was de basis voor de stelselwijziging. Maar: klopt deze gedachtegang? KPMG heeft dit in samenwerking met Vektis bekeken. De uitkomsten staan in een rapport over generalistische Basis GGZ.

De monitor Generalistische Basis GGZ (108 pagina’s dik) bekijkt de gevolgen van de stelstelwijziging van de GGZ in 2014. Het nieuwe systeem kent drie echelons:
1. Huisartsenzorg (inclusief zorg van de praktijkondersteuner huisarts (POH-GGZ)
2. Generalistische basis GGZ (GB-GGZ)
3. Gespecialiseerde GGZ

Van specialistisch naar eerste lijn
Wat betreft het eerste onderdeel: daarin is het komen tot de juiste cijfers en inzichten niet altijd mogelijk. De resultaten van het echelon “POH-GGZ” bevatten namelijk alleen de zorg van de POH-GGZ en niet de zorg geleverd door de huisarts. Een deel van de patiënten die voorheen behandeld werd door de huisarts, wordt nu ook behandeld door een POH-GGZ.

Er zijn echter duidelijke verschuivingen waarneembaar. Het aantal patiënten in de gespecialiseerde GGZ neemt af: van 1,1 miljoen in 2012 naar 0,9 miljoen in 2015. Het aantal patiënten in de GB-GGZ is in dezelfde periode gestegen van 219.000 in 2012 naar 262.000 in 2015. De grootste toename is te zien bij de POH-GGZ, van 88.000 in 2012 naar 334.000 in 2015. Zoals gezegd is dit beeld enigszins vertekend omdat de data over behandeling van GGZ-problematiek door de huisarts ontbreekt. Tegelijk is zo’n spectaculaire stijging veelzeggend.

Lagere kosten door substitutie
De totale behandelkosten zijn tussen 2011 en 2015 gedaald van € 3,33 naar € 3,21 miljard. Dit komt door de daling van de kosten in de gespecialiseerde GGZ van €3,20 miljard in 2011 naar €2,92 miljard in 2015. Daarentegen stijgen de behandelkosten bij de POH-GGZ (van € 19 miljoen in 2011 naar € 114 miljoen in 2015). Dat kan ook niet anders, gezien de patiëntentoename. De totale behandelkosten in de generalistische basis-GGZ namen toe van €104 miljoen in 2011 naar €180 miljoen in 2015. Veruit de meeste kosten worden dus nog steeds gemaakt in de gespecialiseerde GGZ. Maar het percentage is wel teruggelopen van 96% in 2011 tot 91% in 2015. De chronische, duurdere doelgroep blijft voornamelijk in de gespecialiseerde GGZ. De substitutie van patiënten naar de generalistische basis-GGZ en de POH-GGZ betreft vaak lichtere problematiek, die vaak gepaard gaan met minder kosten.

POH-GGZ op patiëntniveau
De gemiddelde behandelkosten per patiënt bij de POH-GGZ (inclusief inschrijftarief) zijn toegenomen. Voor 2014 was dat rond de € 215 per patiënt, na 2014 was dat zo’n € 265. Als mogelijke verklaring noemen de onderzoekers dat het aantal huisartsen met een POH-GGZ en daarvoor een inschrijftarief declareert, harder stijgt dan het aantal patiënten dat gebruik maakt van de POH-GGZ. In 2011 had 37% van de huisartsen een POH-GGZ, in 2016 is dat 84%. Opvallend verschil: het percentage in de provincie Utrecht is 96% en in Noord-Brabant ligt dat op 66%.

Het percentage patiënten met medicatie bij de POH-GGZ is licht gedaald: van 25% in 2012 naar 23% in 2015. De medicatiekosten per patiënt bij de POH-GGZ fluctueren tussen € 84 en € 94.

Het aantal consulten per patiënt bij de POH-GGZ steeg tussen 2011 en 2015 van 4 naar 6 consulten. Ook hier zijn verschillen per provincie: van 5,3 consulten per patiënt in Zeeland tot 4,4 consulten per patiënt in Zuid-Holland en Overijssel. Mogelijke verklaring is een andere inzet op regionale samenwerking.

Taken en bevoegdheden POH-GGZ
De samenwerking en taakverdeling tussen de huisarts en de POH-GGZ verschilt per praktijk. De huisarts blijft echter eindverantwoordelijke. Daarom is het wenselijk dat er eens per 2 tot 4 weken regulier overleg is tussen de huisarts en de POH-GGZ. Er bestaat onduidelijkheid over de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de POH’s-GGZ. De invulling van de functie is niet eenduidig en is mede afhankelijk van de beroepsmatige achtergrond van de POH-GGZ. Voor verdere ontwikkeling van de functie POH-GGZ bestaat behoefte aan een aantal richtlijnen. Het is belangrijk dat de POH-GGZ een generieke functie blijft. POH’s-GGZ moeten zich vooral richten op brede ontwikkeling van kennis en expertise op het gebied van GGZ-problematiek binnen de huisartsenpraktijk.

 

Dit artikel is met toestemming overgenomen van ZorgenZ.

Ga terug naar nieuwsoverzicht